Ik ga. Mijn tassen liggen in de auto. Ik voel wat onrust en loop weer terug naar binnen. Ik loop naar boven en ga eerst naar Bart. Hij slaapt al. Vandaag zei hij dat ik geen mama was maar een prinses. “Omdat je zo mooi bent mama.” Die lieve woordjes deden mij zo goed. Ik voelde me vandaag niet zo mooi. Maar moe en al helemaal geen prinses.
Daarna loop ik naar Lukas. Hij slaapt ook. Hij vertelde vandaag dat hij mijn beste vriend is. “Want je bent zo grappig mama.”
Tot slot ga ik naar Joris. Hij zit aan de eettafel en heeft papieren voor zich. Huiswerk? Nee hoor, iets met Champions League poules. “Ik hou van je Joris” zeg ik. “Oké”. “Ik ga je missen, vervolg ik”. “Oké”. Ik snap het al… Een bijna achtjarige jongen die met z’n passie bezig is kun je beter niet storen.😄 We hadden daarvoor al geknuffeld dus ik laat hem even.
Dan ga ik echt. Een klein kriebeltje in mijn buik. Ik ga een paar dagen naar een businesstraining. Een paar dagen doorbrengen met vrouwen die gaan beginnen met ondernemen. Ik ga veel leren en veel plezier hebben. Toch kost het mij moeite om te schakelen tussen moeder zijn en mijn kinderen een paar dagen missen, naar “ik Esther” die haar eigen bedrijf gaat starten.
Ik heb een mooi autoritje voor de boeg om dat proces te laten gebeuren. Ondertussen denk ik eraan dat ik een prinses ben, die knuffels geeft en een goede vriend kan zijn. Dan komt het zeker goed.